Ex-schoonmoeder krijgt opbrengst Chinese vaas

Gepubliceerd op 21 december 2011 om 12:16

De Britse Andrea Calland moet, na een juridische strijd van twee jaar, het geld dat ze overhield aan de veiling van een zeldzame Chinese vaas (omgerekend bijna € 267.000,--) afstaan aan haar ex-schoonmoeder, Evelyn Galloway. De rechter oordeelde dat de vaas, die al 18 jaar bij mevrouw Andrea Calland in huis stond, nog steeds eigendom was van haar voormalige schoonmoeder.

 

Mevrouw Galloway had de vaas 18 jaar geleden uitgeleend aan haar zoon en diens voormalig partner, mevrouw Calland. Nadat het huwelijk in 2005 stuk liep, trok de zoon uit de gemeenschappelijke woning en liet een groot deel van zijn spullen achter.

 

Mevrouw Calland voerde tijdens het proces aan dat ze dacht dat ze de vaas gevonden had in haar studententijd of dat ze het van haar vader gekregen had. Tevens liet ze weten dat, al zou de vaas van mevrouw Galloway zijn, haar voormalig schoonmoeder er afstand van gedaan had, omdat ze 18 jaar lang geen interesse in de vaas had getoond.

 

Mevrouw Galloway bleek de vaas echter sinds het stuklopen van haar zoons huwelijk geregeld te hebben opgeëist bij haar voormalige schoondochter. Die ging daar nooit op in. In november 2009 herkende mevrouw Galloway de verkochte vaas op de voorpagina van een lokale krant. Toen mevrouw Calland elk verzoek om informatie afwees, besloot mevrouw Galloway de rechter in te schakelen.

 

Die stelde haar vorige week in het gelijk: Andrea Calland moet de gehele opbrengst afstaan aan haar voormalige schoonmoeder.

 

In Nederland zou de zaak waarschijnlijk hetzelfde zijn afgelopen. Mevrouw Calland en haar ex-partner hadden de vaas in bruikleen en dat betekende dat zij wisten dat de schoonmoeder eigenaresse was, en de vaas enkel bewaarden voor mevrouw Galloway. Op het moment dat de ex-schoonmoeder de vaas terug wilde en daarom vroeg, beëindigde zij die bruikleen en kon zij naar de rechter om bij weigering, de vaas op te eisen.

 

Complicatie is evenwel dat de vaas blijkbaar tussentijds was verkocht door mevrouw Calland. De verkoper had daarvoor betaald en zou wel te goeder trouw geweest zijn. Naar Nederlands recht zou dit betekenen dat mevrouw Galloway haar vaas niet meer bij de koper kon opvorderen en dus bleef zitten met een vordering tot schadevergoeding op mevrouw Calland. Die schadevergoeding is dan blijkbaar gelijk aan de koopsom.

 

In deze zaak bleek de koopsom binnen dertig jaar explosief te zijn gestegen. 

 

 

Auteursrecht: Deze bijdrage is onderzocht, geschreven en gepubliceerd voor de Blog over Kunstrecht van Oostwaard via oostwaard.com/kunstrecht. Het auteursrecht op deze bijdrage berust bij Oostwaard. Het is, anders dan het delen of plaatsen van een link naar de bijdrage, niet toegestaan deze bijdrage (al dan niet in bewerkte vorm) te verveelvoudigen en/of openbaar te maken, behoudens schriftelijke goedkeuring door Oostwaard. Het is niet toegestaan het materiaal te gebruiken in een context waarvoor deze niet bedoeld is. De gebruiker vrijwaart Oostwaard voor eventuele aanspraken van derden naar aanleiding van gebruik van het betreffende materiaal