Een Rotterdamse kijk op ontzamelen

Gepubliceerd op 23 december 2014 om 10:46

De Gemeente Rotterdam bezit een groot aantal kunstvoorwerpen. De voorwerpen zijn ondergebracht in verschillende musea. Musea bezuinigen en beoordelen overtollige stukken. De Gemeente wordt  hierdoor geconfronteerd met het begrip “ontzameling”.

 

De Gemeente heeft een visie ontwikkeld op de wijze waarop Rotterdamse musea voorwerpen van de Gemeente kunnen ontzamelen, ook wel afstoten van kunst genoemd. Die visie komt in grote lijnen overeen met de leidraad voor het afstoten van museale voorwerpen van de Nederlandse Museumvereniging. Deze voorwerpen zijn o.a ondergebracht bij Museum Boijmans Van Beuningen, Maritiem Museum Rotterdam, Wereldmuseum en Nederlands Fotomuseum.

 

Uitgangspunt is dat ontzameling  zorgvuldig, rechtmatig en transparant moet worden uitgevoerd. Wil een Rotterdams museum een voorwerp ontzamelen dan moet zij daarvoor goedkeuring vragen aan B&W. In de aanvraag moet onder andere het object, herkomst ervan, de reden van ontzameling en de voorgenomen wijze van ontzamelen worden uiteengezet. Daar waar er sprake is van voorwerpen zonder (culturele) waarde kan overigens worden volstaan met een globale aanduiding. Dit is met name van belang als het verzoek grotere hoeveelheden voorwerpen betreft. Het museum moet bij het verzoek aangeven hoe de aanvraag zich verhoudt tot haar collectiebeleidsplan, dat zij van de Gemeente eens in de vier jaar moet opstellen. 

 

Vraag bij ontzameling is in hoeverre een opvolgend verkrijger daarvoor een koopprijs behoort te betalen. De Nederlandse Museum Vereniging heeft een duidelijke voorkeur voor het onderbrengen van een voorwerp bij andere museale instellingen zonder dat betaling plaatsvindt. De Gemeente Rotterdam nuanceert die visie in die zin dat een voorwerp dat uit algemene middelen is bekostigd bij plaatsing buiten de Gemeente tegen een koopsom moet worden overgedragen indien dit redelijk voorkomt. Geld dient echter niet dè reden voor de ontzameling  zijn. Wordt een koopsom betaald dan gaat de opbrengst naar een zogenaamde “bestemmingsreserve”. Rotterdamse musea kunnen daaruit een bijdrage verzoeken ten behoeve van de verbetering van de collectie en de toegankelijkheid daarvan. Waarschijnlijk zal een ontzamelend museum bij haar aanvraag tot goedkeuring al wel een bestedingsvoorstel voegen.

 

Nadat de aanvraag is binnengekomen laat het College zich door een externe toetsingscommissie adviseren over de aanvraag, waarna zij besluit om al dan niet goedkeuring te geven. Wordt goedkeuring verleend dan kan uitvoering worden gegeven aan de beoogde ontzameling. Bij voorwerpen die door de Gemeente uit schenking of nalatenschap zijn verkregen moeten de schenkers of erfgenamen, indien mogelijk, hun visie kunnen geven, onverminderd ook de werking van eventuele testamentaire- of schenkingsvoorwaarden. Bij verkoop moeten zij goedkeuring geven.

 

De besteding van de aldus ontvangen middelen mogen door een museum niet worden aangewend ter dekking van  de dagelijkse kosten van een museum. Het is niet de bedoeling dat verliezen op die wijze worden “ingelopen”. Recentelijk heeft de Gemeente enkele aanvragen laten beoordelen door de toetsingscommissie. De meest in het oog springende is een ontzamelingaanvraag van het Wereldmuseum. De toetsingscommissie heeft daarover negatief geadviseerd, omdat naar haar mening niet voldaan is aan de eisen waaraan een aanvraag moet voldoen. Het Wereldmuseum wenst 23.000 voorwerpen af te stoten en heeft daarbij voor een groot gedeelte een bulkaanvraag ingediend. De commissie vindt dat niet juist gezien de kwaliteit van de voorwerpen. Specifieke beschrijvingen zouden nodig zijn. Bovendien kon de commissie de aanvraag niet rijmen met het algemene beleid van Wereldmuseum om de collectie te “focussen” op voorwerpen uit Azië en Oceanië. Het leek erop dat voorwerpen uit alle continenten worden ontzameld dan wel worden behouden. Ook gaf de verklaring van de externe deskundige geen duidelijkheid over de te ontzamelen voorwerpen maar meer over de collectie die het Wereldmuseum juist wenst te behouden. Taxatierapporten van waardevolle objecten zouden ontbreken. Ook zou geen aandacht zijn besteed aan herplaatsing (zonder betaling) bij collega musea. De commissie vond de aanvraag niet zorgvuldig, niet juist en niet transparant. Het betreft een advies. De Gemeente zal nu gaan beslissen.  

 

Commentaar Oostwaard 

Ontzamelen doe je niet zomaar. De procedure bij de Gemeente Rotterdam moet door een ontzamelend museum serieus worden genomen en eist zorgvuldigheid.

Collectiegoederen zijn geen handelswaar. Herplaatsing staat voorop, de betaling van een koopsom moet in redelijkheid geëist kunnen worden. Een museum dat wenst te ontzamelen zal in voorkomend geval juist wel een koopsom willen ontvangen en dat kan tot een botsing van belangen leiden met musea die geïnteresseerd zijn maar niet willen betalen. Of het argument van verbetering van de collectie (of het museum) in zo’n geval voldoende redelijk is om vast te houden aan een koopsom, dat zal de toekomst moeten uitwijzen. Voor dergelijke conflicten behoort een snelle en objectieve geschillenbeslechting te bestaan. De Nederlandse Museum Vereniging kent een ethische codecommissie die die rol wellicht voor beide partijen kan vervullen. Maar als de Gemeente Rotterdam, als eigenaar, de wens tot ontzamelen afkeurt, wat dan? Moet het museum dan naar de gewone rechter of heeft zij in het uiterste geval het paardenmiddel dat zij het beheer over de voorwerpen kan beëindigen? Voor het antwoord op deze vragen zou nader onderzoek nodig zijn, dat het bestek van deze bijdrage te buiten gaat. Wel is duidelijk dat Nederland in de komende jaren nog veel met deze materie te maken krijgt.

 

Auteursrecht: Deze bijdrage is onderzocht, geschreven en gepubliceerd voor de Blog over Kunstrecht van Oostwaard via oostwaard.com/kunstrecht. Het auteursrecht op deze bijdrage berust bij Oostwaard. Het is, anders dan het delen of plaatsen van een link naar de bijdrage, niet toegestaan deze bijdrage (al dan niet in bewerkte vorm) te verveelvoudigen en/of openbaar te maken, behoudens schriftelijke goedkeuring door Oostwaard. Het is niet toegestaan het materiaal te gebruiken in een context waarvoor deze niet bedoeld is. De gebruiker vrijwaart Oostwaard voor eventuele aanspraken van derden naar aanleiding van gebruik van het betreffende materiaal.